Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch gij [137]hebt in haar wegen niet gewandeld, noch naar haar gruwelen gedaan; [138]het was wat gerings, [139]een verdriet; maar gij hebt het [140]meer verdorven dan zij, in al uw [141]wegen. 137. Dat is, hare zonden zijn nog bij de uwe, die veel meerder en gruwelijker zijn, niet te vergelijken. 138. Te weten niets anders te zondigen dan die van Samaria en Sodom gezondigd hadden. 139. Te weten dat gij niet meer zoudt doen dan zij gedaan hebben. 140. Dat is, erger gemaakt en goddelozer geleefd. Alzo is het woord verderven, of verdorven maken genomen. Deut.31:29; Richt.2:19. Anders noemt dit de Heilige Schriftuur, zijnen weg verderven, Gen.6:12; zijne handelingen, of werken verderven, Zef.3:7. 141. Dat is, werken.